Ingegeven door de Wet Werk en Zekerheid wordt het voor individuele besturen lastiger om zelfstandig vervangingen te organiseren. Een belemmering hierbij is dat leerkrachten in de toekomst maar een beperkt aantal overeenkomsten kunnen aangaan zonder dat er wederzijdse verplichtingen ontstaan. Dat er een verplichting ontstaat is op zich geen probleem, maar er is voor invallers binnen één bestuur vaak onvoldoende invalwerk om iemand die geen formatieplaats heeft voortdurend aan de slag te houden.
Daarom hebben veel besturen in Midden Nederland het initiatief genomen om RTC Transvita op te richten en zo hierop beter samen te werken. RTC Transvita organiseert en begeleidt een pool van leerkrachten met een vast dienstverband bij één van onze besturen en zet deze leerkrachten in op vervangingsvragen bij scholen van verschillende besturen in de regio. Door met heel veel scholen (ruim 300) samen te werken, kunnen we de deelnemers aan de Talentenpool efficiënt inzetten en hun zekerheid bieden.
Hieronder vind je een uitleg. De werking van de Talentenpool wordt uitgelegd aan de hand van een rekenvoorbeeld. In dit voorbeeld wordt gerekend met 10 schoolbesturen waar 100 scholen onder vallen en die gezamenlijk 1500 fte aan leerkrachten aan de slag hebben.
In principe werkt de Zilverpool op dezelfde manier, met dat verschil dat Zilverpoolers 60+ zijn en tot hun pensionering een plek in deze vaste pool hebben.
Gemiddeld wordt 10% van het totaal aantal uren vervangen. Dat weten we op basis van kengetallen van de PiO-invalpool.
Als je al die vervangingsuren bij elkaar optelt, kom je in dit voorbeeld aan 150 fte. In totaal hebben de besturen in plaats van 1500 fte dus 1650 fte aan de slag.
Tot voor kort werden deze 150 fte volledig ingevuld met flexkrachten, vaak via de PiO-Invalpool. Deze invallers kregen een aanstelling of benoeming voor de duur van de vervanging.
We vullen een deel van deze capaciteit (c.a 4% van de 10%) met leerkrachten die een vaste aanstelling of benoeming hebben of krijgen. Dit zijn de Talenten- en Zilverpoolers. Er blijft hiermee voldoende werk voor de flexibele invallers van de PiO-invalpool.
Zo kunnen in dit voorbeeld zo'n 60 fte (ongeveer 100 leerkrachten) via de Talentenpool aan de slag blijven of gaan.
Hierdoor kan boventalligheid in tijden van krimp worden voorkomen. Daarnaast gaan we deze ruimte ook benutten om onderwijstalent zonder vaste aanstelling meer zekerheid te bieden. Ook voor leerkrachten met een mobiliteitsbehoefte biedt de Talentenpool uitkomst. Door binnen de pool op een diversiteit van scholen te kunnen werken en kijken verbreden zij hun horizon.
De bemiddeling van het werk wordt uitgevoerd door de medewerkers van de PiO invalpool.